Deze periode - de oudheid - kunnen wij gerust opsplitsen in twee grote delen : een tijd van de GRIEKEN en een mooie tijd van de ROMEINEN.
In het barre en dorre Griekenland groeiden de landbouwgemeenschappen vanaf 800 voor Christus uit tot een groot aantal stadstaten of POLEIS. In zo'n stadstaat leefden zowel grootgrondbezitters, boeren, handwerkslieden als slaven. De twee bekendste stadstaten van die tijd waren ATHENE en SPARTA. In Athene ontstond een eerste democratie. Dat betekent dat elke vrije Atheense man mocht deelnemen aan het bestuur. In Sparta was dan discipline erg belangrijk. Door hard te trainen werd men daar een goed soldaat.
Op gebied van bouwwerken, tempels en amphitheaters kenden de Grieken hun gelijke niet.
De stad ROME werd volgens de verhalen gesticht in 753 voor Christus. Het stadje aan de Tiber vocht zich een weg naar de top. Tegen het begin van onze jaartelling (jaar 1) heerste keizer AUGUSTUS over een groot keizerrijk rond de Middellandse zee.
Romeinse soldaten zorgden voor de veiligheid en bewaakten de grenzen. De Romeinen verbonden hun talrijke legerkampen met heirbanen. Zo verspreidden ze hun cultuur, hun bouwwerken, hun monumenten, triomfbogen, hun aquaducten, hun theaters,... De Romeinen hadden wel veel overgenomen van de Griekse cultuur. Dat zie je nu nog in de vele overblijfselen.
Na verloop van tijd verkregen de overwonnen volkeren ook burgerrechten en leefden ze - samen met de Romeinen - vreedzaam samen in het grote Romeinse Rijk. Er was een PAX ROMANA -een Romeinse vrede. Ook Gallië (onze streek) werd door de Romeinen veroverd en onderworpen. De Galliërs namen de gewoonten van de Romeinen over en werden zo GALLO-ROMEINEN. De bekendste generaal was ongetwijfeld JULIUS CAESAR.
Deze tijd van Grieken en Romeinen leeft vandaag de dag nog verder in o.a. de maanden van het jaar (augustus, juli), de oude talen op onze scholen (Latijn en Grieks), de Olympische Spelen (ontstaan in Griekenland) en in de vele schitterende gebouwen en overblijfselen.